“Hoewel we het klimaatprobleem in grote lijnen goed kennen, spelen onzekerheden een belangrijke rol”, zegt klimaatonderzoeker Detlef van Vuuren. “Daarom was ik best verrast hoe op basis van recent onderzoek het laatste rapport veel stelliger kon zijn over het verschil tussen 1,5 en 2 graden dan ik had verwacht. Het rapport legt de vinger voor de wereld op de zere plek: we moeten nu echt aan de slag om verdere opwarming van de aarde te voorkomen.”
Detlef van Vuuren werkt als senior wetenschappelijk onderzoeker Klimaat, Lucht en Energie bij het Planbureau voor de Leefomgeving en is verbonden als hoogleraar aan de Universiteit Utrecht. Deze maand heeft hij de wetenschappelijke Huijbregtsenprijs 2018 in ontvangst genomen voor zijn onderzoek naar scenario’s om klimaatverandering in kaart te brengen en staat hij als hoge nieuwkomer op plek 11 in de Trouw Duurzame Top 100.
IPCC-rapport
Het laatste IPCC-rapport rekent volgens de wetenschapper resoluut af met de gedachte dat een halve graad meer of minder opwarming niet veel uitmaakt. Het stuk gaat in op de onomkeerbare effecten die kunnen optreden tussen de 1,5 en twee graden opwarming, zoals het versneld afsmelten van ijskappen en onherstelbare schade aan ecosystemen. “Ook Nederland blijft niet buiten schot als de opwarming te ver doorslaat”, waarschuwt Van Vuuren.
Wat zijn de gevolgen voor Nederland als de aarde opwarmt met twee graden in plaats van 1,5 graad?
“Bij een opwarming van twee graden in 2100 verwachten we dat de zeespiegel ongeveer zestig centimeter stijgt en bij 1,5 graden vijftig centimeter. Dit lijkt een overzichtelijk verschil, maar de risico’s op een veel grotere zeespiegelstijging zijn veel hoger bij twee graden. In het ergste geval zou de zeespiegel zelfs meer dan één meter kunnen stijgen. Dat zou wel degelijk grote gevolgen hebben.”
Met welke gevolgen moeten we in Nederland verder nog rekeninghouden als de wereldtemperatuur te veel stijgt?
“De wereldtemperatuur is sinds het begin van de twintigste eeuw met een graad toegenomen en we merken nu al de effecten. Deze zomer en de hoge temperaturen in oktober zijn extreem voor dit land. Een aantal mensen ziet misschien de voordelen van dit weertype, maar we zagen deze zomer ook hoe dit voor boeren en onze watervoorziening veel problemen kan veroorzaken.
Ook wereldwijd heeft een grotere opwarming van de aarde verstrekkende gevolgen. In het IPCC-rapport stelt het klimaatpanel dat meer dan honderd miljoen mensen de negatieve gevolgen van klimaatverandering kunnen ervaren wat betreft opbrengsten voor de landbouw. Natuurlijk zal Nederland daar ook bij betrokken zijn; we wonen niet op een eiland.”
In het IPCC-rapport staan de effecten beschreven van een stijgende wereldtemperatuur in 2100. Hebben we nog even de tijd om maatregelen door te voeren?
“Nee, we kunnen het zeker niet laten rusten! Een molecuul CO2 die wij nu uitstoten blijft voor meer dan honderd jaar bijdragen aan klimaatverandering. Als we de opwarming willen beperken tot 1,5 graad, hebben we deze eeuw wereldwijd een budget van 500 tot 600 gigaton CO2 dat we nog mogen verbruiken. Verbruiken we meer, dan zijn de kansen beneden deze doelstelling te blijven heel klein. Van dit budget snoepen we nu per jaar 42 gigaton CO2 af. Een eenvoudige rekensom leert dat ‘de voorraad te verbruiken CO2’ in 15 jaar op is als we op de huidige weg doorgaan. Om dit te voorkomen moeten we In 2050 dus leven in een klimaatneutrale wereld. Als dit niet lukt zullen we de uitstoot moeten compenseren met negatieve emissies. Dit kan door herbebossing of het gebruik van biobrandstoffen.”
Nederland is niet erg succesvol in het reduceren van CO2-emissies. In de tweede Urgenda-uitspraak heeft de rechter de overheid gewezen op haar zorgplicht. Verwacht je dat er iets gaat veranderen?
“Het klopt dat het klimaatbeleid tot nu toe niet erg voortvarend is geweest. Het beleid is ook vaak gewisseld. In die zin is het nuttig dat de nieuwe Klimaatwet de overheid zal helpen een betrouwbaarder partner te zijn. De verwachting is dat het huidig beleid leidt tot 23% minder CO2-uitstoot in 2020. Dat is minder dan de 25% die Urgenda heeft geëist en wat door de rechter is opgelegd. Ik hoop dat de Staat en Urgenda met elkaar in gesprek gaan. De vraag beantwoorden hoe we de uitstoot versneld kunnen verminderen in de geest van de rechterlijke uitspraak vind ik persoonlijk belangrijker dan vasthouden aan een strikt percentage op de korte termijn. Laten we vooral beleid voeren voor 2020 gericht om in 2030 duurzaam 49% minder uit te stoten.”
Marjan Minnesma van Urgenda pleit ervoor om de 130-kilometerborden langs de snelweg te vervangen voor een lagere maximumsnelheid. Zijn dit maatregelen die zoden aan de dijk zetten?
“Wat mij betreft kijken we eerst naar dingen die ook op lange termijn de CO2 emissies kunnen reduceren. Zoals mogelijk ook versneld kolencentrales dicht doen.”
Wat zullen Nederlanders merken van de energietransitie? Zie jij hierin een rol voor lokale energiecoöperaties als HilverZon?
“Er zijn veel dingen die mensen zullen merken. Ik verwacht dat elektrisch rijden de komende tien jaar een grote vlucht neemt. Ook zullen burgers de omschakeling moeten maken om van het gas af te gaan en maatregelen moeten nemen om energie te besparen. Dat gaat uiteindelijk ook geld kosten en natuurlijk kunnen lokale coöperaties als HilverZon hierbij een rol spelen. Als burgers zich verenigen staan zij sterker hebben ze veel meer mogelijkheden om kostenefficiënt te investeren.”